Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC23-008 01 maart 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : KC23-008
Datum ontvangst klacht : 16 februari 2023
Schorsingsverzoek : Gehonoreerd
Datum hoorzitting  : 27 februari 2023
Datum beschikking  : 2 maart 2023

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klaagster)

[XX] (patiëntenvertrouwenspersoon)

 

[XX] (verweerder)

[XX] (verpleegkundig specialist i.o.)

 

[XX] (voorzitter)

[XX] (psychiater)

[XX] (lid)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Beschrijving van de klacht

De klacht houdt samengevat in dat klaagster het niet eens is met de verhoging van de medicatie.

  

Bevoegdheid klachtencommissie

Klaagster heeft een klacht ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: ‘Wet verplichte ggz’). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 van de Wet verplichte ggz bevoegd om uitspraak over de klacht te doen.

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 15 februari 2023 een klacht ontvangen inzake verplichte medicatie als onderdeel van de verplichte zorg. De klacht is na 12.00 ontvangen en daarom op 16 februari 2023 in behandeling genomen. Op 16 februari 2023 zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting.

 

De klachtencommissie heeft op 22 februari 2023 het verweer ontvangen en diezelfde dag doorgestuurd naar partijen.     

 

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 27 februari 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de uitspraak uiterlijk op 2 maart 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.       

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht d.d. 15-02-2023;

-           Verweerschrift d.d. 22-02-2023;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 09-01-2023;

-           Medische verklaring ZM d.d. 06-12-2022;

-           Mededeling voorbereiding ZM d.d. 10-11-2022;

-           Bevindingen GD d.d. 07-12-2022;

-           Brief OM inzake zorgmachtiging d.d. 28-12-2022;

-           Beslissing verlenen VZ d.d. 23-01-2023;

-           Informatiebrief dossier d.d. 01-02-2023;

-           Zorgplan d.d. 07-11-2022;

-           Zorgkaart;

-           Decursus en rapportage verpleegkundigen 23-01-2022 t/m 23-02-2023.

 

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een psychische stoornis in de vorm van paranoïde psychoses.

 

Klaagster ontvangt verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging met een ingangsdatum van 09 januari 2023 en met een expiratiedatum van 9 juli 2023.

 

 

Verslag van de hoorzitting

 

Standpunt van klaagster

Klaagster vertelt ter zitting dat haar vader op sterven ligt. Vanwege de bijkomende spanning wil ze daarom graag een brief voorlezen waarin haar bezwaren tegen de medicatie verwoord staan. Klaagster herkent zich niet in de profielschets waarop de diagnose is gebaseerd. Ze is hoog intuïtief en vaak bezig met ideeën om de wereld een beetje beter te maken. Dat ziet klaagster als een hobby en het is niet zo dat ze daar de hele dag mee bezig is zoals door verweerder wordt beweerd. Klaagster is bezig met haar toekomst. Ze denkt na over waar ze wil wonen, wat voor werk ze wil doen en over het anti diabetesprogramma. Ze sport veel en probeert gezond te leven. Klaagster ervaart de tekst van de profielschets als vernederend. Klaagster is als kind vroeger misbruikt binnen het gezin en vindt dat dit gegeven niet wordt onderkend door behandelaren. Klaagster is in haar hoofd ook bezig met hoe je narcisme en geweld binnen families kunt veranderen. Klaagster heeft gisteren afscheid van haar vader genomen en hem nog rustig kunnen vertellen wat het misbruik met haar gedaan heeft.

 

Klaagster wil schooljuf zijn en af en toe wat bijdragen aan de samenleving. Ze heeft behandelaren verteld dat ze in rare omstandigheden heeft gezeten en gevraagd om haar daar niet op te beoordelen. Ze wil beoordeeld worden op haar huidige toestandsbeeld. Klaagster vindt dat het oordeel en de analyse van behandelaren teveel gebaseerd is op oude feiten. Ze wil met rust gelaten worden. Klaagster vindt dat ze er zelf voor mag kiezen om mensen die haar narcistisch behandeld hebben uit haar leven te weren.

Klaagster geeft aan dat de opname wel nodig was. Ze was erg uitgeput en had rust nodig. Nu ze weer uitgerust is en haar ziel weer geheeld is, wil ze vanuit de opname proberen om een basis op te bouwen zodat ze weer gezond verder kan gaan. Klaagster merkt op dat ze zich niet herkend in een psychotisch beeld; haar hoofd was niet beschadigd maar haar ziel moest geheeld. Een zorghotel met psychologische hulp was een goede herstelplek voor haar geweest vindt klaagster. Ze is het vertrouwen in behandelaren verloren door de situatie. Ze accepteert medicatie als dit noodzakelijk is maar vindt dit onder de huidige omstandigheden niet nodig.

 

De PVP vult aan dat het voor hem verwarrend is wie nu de zorgverantwoordelijke van klaagster is. De 8.9-brief over het verhogen van de medicatie d.d. 23 januari 2023 is door de ambulante behandelaar afgegeven. Verweerder is echter regiebehandelaar van klaagster. Het lijkt er dus op dat de zorgverantwoordelijkheid na opname niet overgedragen is aldus PVP. Klaagster is vanuit ambulante behandeling opgenomen in de kliniek. Dan moet er ook een 8.16 brief worden afgegeven. Deze ontbreekt aldus de PVP. Ook vraagt PVP zich af hoe klaagster meegenomen wordt in het hele proces omdat zij steeds aangeeft dat er niet naar haar geluisterd wordt.

 

Standpunt van verweerder

Verweerder geeft eerst antwoord op de vragen van de PVP. De verplichte zorg was door de ambulante psychiater gestart en dus is de aanzeggingsbrief ook door hem afgegeven. Deze verplichte zorg is doorgezet na opname omdat verweerder het eens was met de eerder gemaakte keuzes. Verweerder vertelt dat zij regiebehandelaar is van klaagster maar dat de zorgverantwoordelijkheid nog steeds bij de ambulante behandelaar ligt. Verweerder geeft aan dat de zorgverantwoordelijke invulling geeft aan zijn functie door klaagster geregeld op de afdeling op te zoeken. Hij is ook op de kliniek nog steeds verantwoordelijk voor en betrokken bij grote wijzigingen in het behandelbeleid. 

Ten aanzien van de tweede vraag benoemt verweerder dat alle patiënten worden meegenomen in het behandel- en besluitvormingsproces en dat het zorgafstemmingsgesprek hierin van groot belang is. Daaraan nemen alle betrokkenen deel, ambulant en klinisch. Verweerster heeft in het dossier gelezen dat er geen overeenstemming is over de diagnose. Dat betekent in de praktijk meestal ook dat er nauwelijks overeenstemming over medicamenteuze behandelvoorstellen bereikt kan worden. Omdat er geen overeenstemming was heeft de zorgverantwoordelijke besloten over te gaan op verplichte zorg.

 

Verweerder constateert dat klaagster niet onvriendelijk is op de afdeling en niet naast haar schoenen loopt zoals klaagster eerder zelf beweerde. Klaagster maakt een warme en betrokken indruk maar verweerder maakt zich wel ernstig zorgen over haar. De activiteiten die klaagster benoemt als hobby, worden door verweerder als schadelijk gezien voor klaagster. Het heeft ervoor gezorgd dat klaagster ineens niet meer naar haar werk ging en zelfs als vermist is opgegeven. De verklaring die klaagster hiervoor geeft is dat het leger haar heeft weggehaald vanwege een strafzaak die tegen de familie loopt. Verweerder kan niet bewijzen dat dit niet zo is maar benadrukt dat het recente feiten betreft en dus niet gebaseerd op een oud dossier zoals klaagster aangeeft.

Klaagster geeft aan online therapieën te volgen en begeleiding te krijgen van de politie. Zij wordt zo door deze ideeën in beslag genomen dat het klaagster niet lukt voor haar belangrijke zaken, zoals haar baan in het onderwijs, vorm te geven. Dit was bij eerdere behandelingen ook zo aldus verweerder. Toen klaagster bij eerdere opnames behandeld werd met medicatie kon ze dat wel weer. Dat is mede de motivatie voor het aanzeggen van deze verplichte zorg aldus verweerder.

 

Verweerder merkt op dat klaagster de diabetes verwaarloost en daarmee niet goed voor haar eigen gezondheid zorgt. De labuitslagen van de suiker zijn zorgelijk aldus verweerder. De intentie is er wel bij klaagster maar het gaat niet goed. Klaagster is bezig met leefstijl en emotie eten maar in deze fase is contact met artsen ook wezenlijk geeft verweerder aan. ‘Als ik haar hoor praten maak ik me zorgen als ze onbehandeld naar huis zou gaan’.

 

Op een vraag van de commissie antwoordt klaagster dat ze tijdens een eerdere opname in 2018 wel medicatie heeft ingenomen maar geen verbetering zag met die medicatie. Ze had last van bijwerkingen, was heel moe en emotieloos. Voelde zich een zombie. Ze kreeg ook slaapproblemen terwijl ze zonder medicatie een goede nachtrust heeft. Momenteel gebruikt klaagster alleen medicatie voor de suikerziekte.   

Klaagster kiest voor alternatieve therapie in plaats van medicatie en benoemt in dit kader de organisatie voor je verdwenen zelf. Zij zijn deskundig op het onderwerp narcisme en helpen bij hele praktische zaken en om te voorkomen dat je terugvalt in je eigen valkuilen. Verder zal klaagster na ontslag haar suikerwaardes laten checken.  

Klaagster licht ter zitting toe dat de online begeleiding van politie en leger gelegen was in tips en trucs om je leven vorm te geven. Ook kon klaagster zo haar verhaal doen. Ze hield dagboekjes bij en kreeg daar commentaar op vanuit die begeleiders. Dit is nu afgerond vertelt klaagster. Klaagster is positief bezig om zichzelf te helen. Klaagster benoemt dat ze dezelfde doelen nastreeft als Pro Persona, zoals haar werk in het onderwijs oppakken en het verleden vergeten.

 

Naar aanleiding van een vraag van de commissie vertelt klaagster dat ze de medicatie voor de diabetes een periode on hold heeft gezet omdat sprake was van een vertrouwensbreuk met haar huisarts. Deze kwam voort uit het feit dat ze vader in de huisartspraktijk had gezien (waar hij zelf ook patiënt is) en dit paranoïde gedachten veroorzaakte. Bovendien wilde ze een second opinion laten doen bij een andere huisarts, wat niet mogelijk was. klaagster is toen op zoek gegaan naar een andere huisarts. De commissie constateert dat klaagster hiermee een gezondheidsrisico heeft genomen door de medicatie voor haar diabetes tijdelijk stop te zetten. Klaagster vult aan dat ze in die periode bezig was met het verwerken van haar emoties zodat ze minder zou gaan snoepen.  

 

De medicatie is geschorst tot aan de hoorzitting. Verweerder hoort van collega’s dat klaagster verhalen blijft vertellen die niet reëel zijn. Verweerder beluistert hetzelfde beeld als ook tijdens de hoorzitting zichtbaar is. Er is weinig verbetering in het toestandsbeeld aldus verweerder. Er is sprake van wanen die al lang aanwezig zijn. Veranderingen worden pas zichtbaar bij een langer durende behandeling met medicatie.  

 

In de slotronde vult klaagster aan dat ze zich ervan bewust is dat het de verkeerde kant op ging. Ze was gecrasht, haar bloedwaardes gingen alle kanten op en klaagster was erg moe. Door rust heeft ze zichzelf weer teruggevonden aldus klaagster. Waardes zijn weer beter, ze is afgevallen, weer gaan sporten enz. als medicatie nodig zou zijn was klaagster bereid dit in te nemen. Is echter niet aan de orde aldus klaagster.  

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz, is de klacht ontvankelijk.

 

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] alleenstaande en werkloze vrouw bekend met paranoïde psychoses, hoewel zij dit niet herkent bij zichzelf. Klaagster is vanuit ambulante behandeling opgenomen in de kliniek. Klaagster is het oneens met de verhoging van de medicatie Risperidon van 2 mg naar 4 mg. Zij wenst geen medicatie meer te gebruiken. Klaagster wil geen medicatie omdat zij ontkent psychotisch te zijn.

 

Verweerder geeft aan dat de reden van opname en medicatie gelegen is in het duidelijk psychotisch beeld van klaagster. Klaagster is sinds 2018 ambulant in behandeling bij het FACT. Deze behandeling is gestaakt omdat klaagster geen behandeling meer wenste. Sinds 2022 heeft klaagster diabetes die onbehandeld bleef, klaagster weigerde behandeling. Klaagster ontkent psychotisch te zijn en wenst om die reden ook geen medicamenteuze behandeling hiervoor. Klaagster vult haar dagen met online begeleiding en therapie vanuit politie en leger en is bezig met het schrijven van “concepten” voor de Europese Commissie. Deze online begeleiding en het schrijven van de concepten vragen zoveel van haar tijd, dat zij niet tot nauwelijks meer toe komt aan sociale contacten, werk, contact met familie én lukt het haar niet om behandeladviezen van betrokken hulpverleners op te volgen. Haar werkzaamheden hangen samen met de psychotische overtuigingen en zorgen ervoor dat zij op veel levensgebieden vastloopt. Om die reden werd er op 31 januari 2023 gestart met Risperidon 2mg/dag en werd dit, op initiatief van de ambulant psychiater, op 13 februari 2023, gezien uitblijven van effect, verhoogd naar 4mg per dag.

 

Het ernstig nadeel is gelegen in acuut levensgevaar (onbehandelde diabetes), ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze niet voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. Klaagster is opgenomen op 23 januari 2023 en diezelfde dag is de 8.9-brief uitgereikt. Er is geen overplaatsingsformulier (8:16 Wvggz) opgemaakt of uitgereikt aan klaagster vanuit de ambulante setting naar klinische opname.

Er is geen zorgverantwoordelijke binnen de kliniek verantwoordelijk voor klaagster en er is ook geen kennisgeving verplichte zorg uitgereikt door de klinische zorgverantwoordelijke.

 

Verweerder geeft aan dat de het niet afgeven van een overplaatsingsformulier en het afgeven van een kennisgeving verplichte zorg door een ambulante zorgverantwoordelijke in een klinische setting een beleidsregel is van Pro Persona. De commissie constateert dat dit in strijd is met de wettelijke eisen, zie artikel 8:9 Wvggz en artikel 8:16 Wvggz, naast de jurisprudentie met het nummer ECLI:NL:HR:2022:689 (Wvggz beroep tegen oordeel klachtcommissie na overplaatsing geen nieuwe schriftelijke aanzegging verplichte zorg is in strijd met de wet.)

 

Aanbeveling: De wettelijke vereisten opnemen in het beleid van Pro Persona, i.c. het afgeven van een kennisgeving verplichte zorg zoals beschreven in artikel 8:9 Wvggz, en het afgeven van een overplaatsingsformulier zoals beschreven in artikel 8:16 Wvggz

 

De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren. Het ernstig nadeel van klaagster is gelegen in haar ernstige verwaarlozing van zichzelf door de onbehandelde diabetes, onttrekking van zorg en maatschappelijke teloorgang. De opname, in combinatie met behandeling, bestrijdt dit ernstig nadeel.

 

De klacht inzake de verplichte medicatie ter uitvoering van de verplichte zorg wordt door de klachtencommissie gegrond verklaard op formele gronden. 

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[XX]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 2 maart 2023

Aantal bladzijden: 6